Sprookjes: orale sprookjes en cultuursprookjes
Sprookjes bestuderen kunt u vanuit verschillende invalshoeken. Allereerst is het goed om te weten dat er twee soorten sprookjes zijn. Volkssprookjes en cultuursprookjes. Volkssprookjes zijn eerst vooral mondeling overgeleverd en meestal pas daarna op schrift gesteld. Cultuursprookjes zijn sprookjes die door één auteur verzonnen en onmiddellijk opgeschreven zijn. Met dit onderscheid in het achterhoofd, kunt u altijd nog dieper op het verschijnsel sprookje ingaan.
Volkssprookjes
Zoals gezegd zijn volkssprookjes eerst vooral mondeling overgeleverd en dan pas opgeschreven. Denk hierbij aan de sprookjes van de gebroeders Grimm en de sprookjes van Moeder de Gans, geschreven door de veel minder bekende auteur Perrault.
De Grimms verzamelden en noteerden wel 200 sprookjes, Perrault zocht er slechts 14 bijeen om ze vervolgens op te schrijven.
Volkssprookjes: mondelinge en schriftelijke overlevering
Van volkssprookjes is lang gedacht dat ze eerst eeuwenlang zijn doorverteld en daarna pas zijn vastgelegd, letterlijk en figuurlijk.
Maar de realiteit is veel complexer. Er blijkt een dynamische uitwisseling te zijn geweest tussen mondelinge en schriftelijke bronnen. Soms maakte een sprookje eerst deel uit van de orale traditie, werd dan opgeschreven, vervolgens gelezen en voorgelezen en werd dan weer doorverteld om vervolgens nogmaals te worden vastgelegd op papier.
Verschillende versies van volkssprookjes
Het is dan ook goed te begrijpen dat er vaak meerdere versies in omloop waren van een en hetzelfde sprookje. Een goed voorbeeld daarvan is het sprookje van Roodkapje. Perrault heeft een versie van Roodkapje, maar de gebroeders Grimm hadden er ook een. En die twee versies verschillen essentieel van elkaar en op meerdere punten. Zo wordt Roodkapje bij Perrault niet gered uit de buik van de wolf maar bij de Grimms wel.
Bron: Sapcal22, Wikimedia Commons (Publiek domein) Cultuursprookjes
Cultuursprookjes zijn dus sprookjes die uit de duim van een schrijver komen. De grootste en bekendste verzameling cultuursprookjes is die van Hans Christian Andersen. Van zijn hand is bijvoorbeeld het sprookje van de rode schoentjes: een sprookje waarin een meisje wreed gestraft wordt voor haar lichtzinnige gedrag,
met rode schoentjes dansend naar de kerk gaan! De tijden zijn gelukkig wel veranderd!
Verschillende versies van cultuursprookjes
Hoewel op cultuursprookjes auteursrecht rust, zijn er toch ook min of meer verschillende versies ontstaan. Ze worden soms zo vrij herschreven en opnieuw uitgegeven dat de nieuwe versie behoorlijk kan verschillen van de oorspronkelijke versie.
Ook wanneer verhalenvertellers een sprookjes van een specifieke auteur navertellen, kunnen er al of niet bewuste verschuivingen optreden in het verhaal, die ook de betekenis van het sprookje kunnen beïnvloeden.
Nederlandse sprookjesschrijvers
Ook in Nederland zijn er een aantal auteurs die sprookjes hebben verzonnen en geschreven.
De bekendste zijn misschien wel Annie M.G. Schmidt, Godfried Bomans en Paul Biegel.
Sprookjes bestuderen: een conclusie
Als u zich wilt verdiepen in het sprookjesgenre is het goed te weten dat er dus twee verschillende soorten sprookjes zijn.
Voor de interpretatie van een specifiek sprookje is het van belang te beseffen dat er meer dan een versie kan bestaan van dat ene sprookje. De auteur, de tijd waarin een sprookje is opgeschreven en voor wie het sprookje is opgeschreven, al die factoren beïnvloeden een sprookje en dus ook de betekenis ervan.